vrijdag 31 december 2010

Oud & Nieuw

Vandaag komt heel de familie Brakel Oud en Nieuw vieren. En samen koken. Dat doen wij altijd graag op onze familiebijeenkomsten.

Ik regel dit, het is mijn ding. Het blijft leuk. Ik gooi alle ingrediënten op tafel, iedereen pakt een recept en gaat aan de slag. 2 uur later hebben we een tafel vol met tapas hapjes.
Geslaagd.

Bart brengt het toch ter tafel. Iemand uit gezelschap heeft namelijk vorig jaar een knobbeltje weg laten halen. We horen haar verhaal. Ik hou mijn emoties nog steeds binnen. Om 24.00 krijg ik het een beetje moeilijk. Ik ga gewoon klote het nieuwe jaar in. Een fijn moment vind ik het als we de happiness ballonnen die ik gekocht heb voor ieder gezin, de lucht in laten. Heeeeeel mooi.

donderdag 30 december 2010

Nog geen emotie

Vandaag vertel ik aan de kinderen dat de dokter na aanleiding van het jaarlijkse onderzoek dit keer extra onderzoeken wilt doen. Ik toon nog maar geen emotie.

Gisteren kwam het niet uit om te vertellen, toen waren er te veel andere kinderen in huis en Menno was er niet.

Ik wil altijd graag dat de kids het eerst op de hoogte zijn van mijn toestand.

Bart en ik zijn stil vandaag.

woensdag 29 december 2010

Borstonderzoek

Ik heb om 13.30 mijn jaarlijkse mammografie. Jaarlijks? Vorig jaar ben ik niet geweest, toen had ik andere dingen aan mijn hoofd.
Bart gaat mee. Het komt zo uit. Of eigenlijk plan ik dat het zo uit komt. Ik doe dit onderzoek nu een jaar of 10. Ik ben altijd alleen gegaan. Toen stond alles wat ik deed in mijn leven in het teken van “alleen”. En nu in het kader van ons nieuwe “samen” vind ik het heel prettig dat hij mee gaat.

Ik heb dit onderzoek ongeveer 3 maanden uitgesteld. Ik ben goed in uitstellen. Bang voor……….de uitslag.

Bart moet op de gang blijven wachten. Ik mag me, in het verbindingskamertje tussen de gang en de onderzoekruimte, uitkleden en wachten. Dit ben ik na 10 jaar gewend.
Of ik een vest om wil slaan, zegt de zuster. Ik zou namelijk een andere patiënt tegen kunnen komen wanneer ik naar de onderzoekkamer loop. De dokter werkt in twee onderzoekkamers tegelijk. Ik denk bij mezelf, ik ben toch niet bij een veekeuring, straks kom ik Hermien 86 nog tegen.
Het kan mij niet schelen dat “iemand” mij half naakt met een vestje om tegen komt, en dat ik “iemand” zo  eventueel tegenkom, in de sauna loop ik gerust bloot rond. In deze setting prefereer ik volledige privacy. Omdat ik me kwetsbaar voel.

Het onderzoek is net als anders: vervelend. Ik vind het sowieso vervelend omdat het me pijn doet, de houding die ik moet aannemen vind ik onhandig, ik vind het gênant dat er aan je tiet getrokken wordt en dat ze geperst wordt tussen de platen. Kwetsbaar. Ok, ik doe dit allemaal om te horen dat ik geen kanker heb, dus het zal wel moeten zegt men dan. De dame die het onderzoek doet is rustig en doet haar werk geduldig en secuur. Dit vind ik prettig, het zijn namelijk mijn borsten en daar mag je ook alleen maar op die manier aan komen. Van een eerder onderzoek herinner ik mij nog een slagersvrouw, ruw, onhandig en stinkend en een jongen van begin 20 die met trillende handen met mijn borsten bezig was. Dit is beter.

Deze dame is voor mij dus prettig. En zoals altijd laat ik mij opnieuw informeren, hoe dit onderzoek gaat, wat ze allemaal kunnen zien. Of er alweer nieuwe ontwikkelingen zijn. Ik stel de vragen omdat ik geïnteresseerd ben en omdat ik een praatje wil maken om mezelf af te leiden van het onderzoek. De nieuwe ontwikkeling van deze keer was dat het tafeltje waarop ze je borst leggen, nu ronde hoekjes heeft. Nou poeh poeh wat een vooruitgang zeg. Maar inderdaad de scherpe punt van het tafeltje drukte deze keer niet onder mijn oksel. Door mijn boosheid op het apparaat vraag ik of een man deze heeft uitgevonden. Ze weet het niet, maar wat ze wel weet is dat ook mannen onder dit zelfde apparaat een borstonderzoek moeten doen. Ik hou mijn mond maar weer want ik zie niet voor me hoe dat zou moeten. Niet zeuren dus.
 Ik vraag haar toch nog waarom het bijvoorbeeld niet liggend kan, dan hoef je niet in die onhandige gespannen houdingen te staan. Ik dacht jaren geleden al dat ik met dit idee een nieuwe uitvinding had gedaan. Die hebben we ook zegt ze maar die worden voor “andere” onderzoeken gebruikt.

Ik mag in het kleine hokje wachten tot ik weer geroepen word. De dokter bekijkt namelijk of de foto’s goed genomen zijn. Tijdens dit wachten doe ik mijn best om aan “niets” te denken. Net als altijd gaat er door mijn hoofd: heb ik het al? Ga ik nu ook bij de mensen horen die ooit dachten: mij overkomt dat niet?
Ik word geroepen, de dokter wil een extra foto van de rechterborst. Genomen vanuit een andere positie, de lastigste zegt ze. Hmm nog lastiger, kan haast niet denk ik. Vooruit dan maar. Gelukkig ervaar ik het niet als de lastigste positie. Het valt mee.
Ik vraag waarom je eigenlijk de ene keer een echo moet en de andere keer niet. Wanneer de dokter iets waarneemt op de mammografie wat hij niet vertrouwd doet hij nader onderzoek met de echo. 3 jaar geleden kreeg ik ook een echo, en 2 jaar geleden niet. Dit heb ik altijd gek gevonden.

Ik moet weer wachten in het hokje.

Ze komt me weer halen en zegt dat de dokter een echo wilt maken. Ik vraag haar of ze mijn man erbij wilt halen. Ik ben blij dat ik mijn kritische vragensteller bij me heb, ik voel me namelijk anders dan toen ik het ziekenhuis in ging 1 ½ uur geleden. Niet zo helder meer.

De arts legt uit dat hij op de mammo kalkspatjes heeft gezien. Kalkspatjes die bij elkaar gekropen zijn. Dit kan een voorbode van kanker zijn. Op de echo kunnen we de kalkspatjes niet zien. We zien cysten, een stuk of 3, rond, helder, strakomlijnd. Geen andere dingen waar hij zich zorgen om maakt. Hij verteld dat hij een biopt wil nemen van de kalkspatjes. Daarvoor zal een afspraak moeten worden gemaakt. Omdat de kalkspatjes waar te nemen zijn met een mammo moet de biopt ook worden genomen met behulp van een mammo. Om de locatie te kunnen bepalen. Een stereotactische biopt. Ik zal liggen op een tafel met mijn borst door een gat. De dokter werkt dan onder mij. Ok zo’n soort apparaat als ik bedacht had dus. Waarbij je volgens mij ontspannen kan liggen…………….

Vanzelfsprekend haalt hij het echo apparaat ook over mijn linkerborst terwijl daar geen aanleiding voor is volgens de mammo. Ik lig daar en ben gefocust op het schermpje en op het hoofd van de dokter. Ik verkeerde eerder in mijn leven in situaties waarbij ik scherp lette op gezichtsuitdrukkingen om vertrouwen te krijgen. Hij zet het ding op mijn borst, ziet een vlek en zegt rustig: en in deze borst zie ik wat anders, hier wil ik ook een biopt van nemen. De serieuze koele blik, en het vage “ding” op het scherm zegt mij genoeg. Het voelt naar in heel mijn lijf.

Dit onderzoek kan ik zo meteen wel even doen zegt hij. Als je eerst even naar chirurgie gaat dan kan je daarna weer terugkomen en doe ik het onderzoek. Ok dan. Ik kleed me aan, we gaan naar chirurgie. We wachten in een kamertje op de chirurg. Ik vraag aan Bart wat we hier eigenlijk zitten te doen. Er komt een assistent chirurg. Ze gaat voor me zitten en vraagt me wat ik kom doen. Heb je thuis een knobbeltje gevoeld? Ik kijk haar verbaast aan. Nee ik heb niets gevoeld thuis, en ik weet niet wat ik kom doen. Ik word van radiologie naar jullie gestuurd. Ze luistert naar mijn verhaal en verteld dan dat ik mogelijk patiënt van haar kan worden, wanneer ik geopereerd moet worden.
Ik besluit dat mijn bezoek aan haar voor haar is en ik schrik want ze hebben het al over opereren. Ze doet handmatig een borstonderzoek en zegt dat ze niets voelt.

Weer terug, beneden, bij radiologie krijg ik het even te kwaad. Ze zeggen dat ik mag huilen, er wordt namelijk heel veel gehuild in dit kamertje. De zuster vraagt of ik tegen het onderzoek op zie. Nee hoor dat is het niet. Zo’n onderzoek kan ik wel handelen. Verdoving, naald erin en klaar….Nee dat is het niet, maar het dramafilmpje van mijn moeder  wordt heel snel afgedraaid. De uitslag, dat is waar ik bang voor ben.

3 uur later sta ik weer buiten.
Ik ging voor een routine onderzoek van 20 minuten, om te horen dat ik “het” niet heb. Ze hebben foto’s gemaakt, echo’s, bij een chirurg op bezoek geweest, ze hebben gesneden en geprikt en ik denk dat ik “het” heb. Lekker dan. Kankerzooi.

Donderdag is het andere onderzoek en de maandag daarop krijgen we de uitslag van beide onderzoeken. 

dinsdag 28 december 2010

Kankerzooi

Kankerzooi.

Vanaf het begin schrijf ik van me af. Zeiken, kritisch zijn, zielig doen. Het is echt kut als ze zeggen dat je kanker hebt.

Waarom een weblog?
Omdat ik graag mijn pijn, verdriet, woede, blijdschap……..mijn emoties deel. Mijn bevindingen, gedachtes en belevenissen. Als ik deel dan hou ik mijn hart open. Open voor de belangrijkste levensstroom: liefde. Liefde overwint alles.

Met mijn gezeik wil ik uiteraard niet zeggen dat de mensen die ik tegenkom hun werk niet goed doen of dat ze niet aardig zijn. Ik zie wel veel verbeterpunten voor hen.
Wanneer je ziek bent bevonden of wanneer je in onzekerheid leeft over je gezondheid ben je kwetsbaarder dan wanneer je gezond bent. Wanneer je gezond bent wil je als mens behandeld worden. Met volle aandacht en respect. Wanneer je ziek bent niet anders!
Ik heb het idee dat ik me een aantal keren had moeten voorstellen als Prinses Maxima. Dan was ik anders behandeld. Ik wil niet zeggen dat ik als een prinses behandelt wil worden maar ik wil zeggen dat Prinses Maxima net zo een mens is als ik (en alle andere kwetsbare en niet kwetsbare).
Wat ik wel met mijn gezeik wil zeggen is dat ik kwaad ben. Kwaad op kanker.
En ook met de humoristische filmpjes die ik in mijn hoofd maak en mijn grappen  waar je af en toe over leest, bedoel ik niets kwaads over de mensen die er in voor komen.
Het gaat over mij.  Die gekkigheid heb ik nodig om te overleven. 

Stoelmasseur sinds 3 jaar. En sinds een half jaar Massage-Therapeut. Ik heb 4 jaar geleerd over: wat als je cliënt kanker heeft. Ik heb daar niets geleerd over: wat als de masseur kanker heeft. Bij dat hoofdstuk ben ik nu.

Misschien wordt ik ook wel schrijver. Eigenlijk ben ik dat al want ik schrijf mijn eigen verhaal. Ik laat het wel een keer redigeren. Ik tik het nu op het scherm in mijn spreektaal. Haha langdradig en soms niet makkelijk leesbaar zie ik wanneer ik het terug lees. Maar dat is nu niet belangrijk en zo kennen jullie mij.

In een heel mooi dagboekje schrijf ik handmatig de leuke dingen van de dag. Dingen waar ik blij van word. De kleine dingen die het doen, zal ik maar zeggen. Het boekje is te mooi om lelijke dingen in te schrijven. Bovendien merk ik dat het een uitdaging wordt om zoveel mogelijk blije dingen mee te maken en op te schrijven.

Namen vanuit het ziekenhuis heb ik maar niet genoemd, je weet maar nooit. Als ik ze niet noem wordt het makkelijker iemand flink de schuld te geven in een situatie. Wie moet ik eigenlijk de schuld geven? Het is de schuld van Kanker.

Tamara